In een workshop die ik gaf hadden we het over lichaamstaal, houding en onze gevoeligheid voor negatieve gedachten en oordelen naar elkaar. Vooral het belang van erkenning en waardering kwam aan bod omdat het mensen laat groeien en veel motivatie geeft. Na afloop van de workshop kwam er een man naar me toe. “Ik ken je nog maar een uur, maar het is net of we elkaar al jaren kennen. Ik heb het gevoel dat jij me wel gaat begrijpen. Ik ben al wat ouder en mijn bazen willen me aan de kant zetten. We moeten bezuinigen en ze vinden mijn functie van huismeester overbodig. Ik houd mijn complex netjes en de bewoners zijn blij met me. Ik knap veel zaken op voor de bewoners en ik probeer steeds het sociale gezicht van ons bedrijf te vertegenwoordigen. Ik let op of mijn oudjes niet verkommeren of verpieteren vanuit de eenzaamheid die er vaak is. Nu moest ik bij mijn bazen komen en vroegen ze me of ik niet wat anders zou willen doen of misschien wat eerder wilde stoppen.”
De tranen kwamen in zijn ogen. “Maar ik vind het zo zinvol wat ik doe. Aan de bewoners merk ik hoe belangrijk ik voor ze ben. En als ze mijn baan afnemen, wat moet ik dan? Door mijn werk hoeven heel veel andere kosten niet gemaakt te worden, dat weet ik zeker. Ik heb het daarover gehad met mijn manager. Hij keek alleen wat meewarig naar mij, alsof ik gek was. Dat deed mij zo’n pijn. Ik vertel je dit verhaal opdat jij het door kunt vertellen. Het is toch belangrijk dat we zorg voor elkaar hebben? Ik geloof in wat ik doe, maar ik weet niet of ik het wel red als ik dit niet meer mag doen.”
Zijn verhaal raakte me en dat vertelde ik hem.