Mijn droom voor het onderwijs: focus op talent en experiment
Stel je eens voor: een school waar kinderen voor de deur staan te trappelen om naar binnen te gaan. Kinderen die willen weten hoe de wereld in elkaar steekt en gefaciliteerd worden door een leerkracht die permanent leersituaties creëert vanuit de behoefte van de leerling, de actualiteit, de samenleving, het bedrijfsleven of de school zelf. Niet de leerstof, maar de behoefte van de leerling staat centraal. Wanneer dit het geval is, hebben kinderen een natuurlijke focus en gretigheid om die behoefte te vervullen. Hebben ze daarbij ook de kans om hun eigen talenten te gebruiken, dan gaan ze graag aan de slag en leren ze met plezier. Ze doen dit ook wanneer ze ruimte krijgen om te experimenteren en daarbij ook de kans om dingen te laten mislukken, fouten te maken.
Kinderen beschikken over verschillende soorten talenten. Koppelt een leerkracht deze aan elkaar, dan nodigt hij niet alleen ieder kind uit om het beste van zichzelf te ontwikkelen en in te zetten, maar haalt hij ook het maximale uit de kwaliteit van de groep als geheel.
Sociaal talent bijvoorbeeld, wordt dan gekoppeld aan technisch talent en creatief talent gaat samen met talent voor ondernemerschap. Voer je daarbij ook een andere manier van lesgeven in, dan kunnen kinderen nog meer kwaliteit ontwikkelen. Een deel van de informatie kunnen ze zelf opzoeken en lessen kunnen ook digitaal of in filmpjes worden gegeven. Doe je dit op de wijze waarop bijvoorbeeld Robbert Dijkgraaf dat voor DWDD University doet, dan heb je een aansprekende les van hoog niveau. Topdocenten zouden ook op andere terreinen dergelijke lessen kunnen maken. De huidige manier van uitleggen wordt overbodig. Dat betekent niet dat de leerkracht in de klas dit ook wordt. Integendeel. Hij of zij krijgt veel meer ruimte om te inspireren, uit te dagen, creatief te zijn en het antwoord op de behoefte van dit ene kind te organiseren.
Stel die enthousiaste leerlingen die voor de deur stonden te trappelen, zijn de klas ingegaan en stel dat vandaag in die klas ‘meten en weten’ centraal staat. De hele groep heeft gekeken uit welke aspecten dit onderwerp bestaat, wat ze al weten en wat ze nog willen onderzoeken. Daarna is iedere leerling vanuit de eigen belangstelling en met het eigen talent aan de slag gegaan met een deelaspect. De een onderzoekt de geschiedenis van meten en weten, de ander kijkt of er een verschil is in de manier waarop landen hiermee omgaan, weer een ander gaat aan de slag met meten en weten in de kunst of de muziek en een laatste groepje kinderen gaat aan de slag met de rekenkundige en wiskundige aspecten van meten en weten. De klas gonst van de bedrijvigheid. Er is een ruimte waarin kinderen in stilte onderzoek doen, er is ruimte voor overleg, voor experimenten en voor presentaties. Kinderen zitten soms, maar ze bewegen ook, en ze ontspannen. Ze maken gebruik van het gegeven dat beweging de ontwikkeling van het brein en het leren bevordert. En ze passen dat vlekkeloos in het thema in.
Geen voorgekookte methodes meer, alles wat er te leren valt openbaart zich iedere dag weer. Kennis staat wel op internet, we hebben onderzoekers, uitvinders, ondernemers, uitvoerders en teamspelers nodig die iets met deze kennis kunnen doen.
Mijn droom: gretige en enthousiaste leerlingen en leerkrachten met als gezamenlijke focus talentontwikkeling en experiment om als mens en samenleving te groeien waardoor er overvloed voor iedereen ontstaat. Met een waanzinnig rendement: meer eigen verantwoordelijkheid, gesocialiseerde klassen, focus, ambitie, plezier en motivatie. Kindkracht dus!
4 reacties
Comments feed for this article
september 22, 2014 bij 7:07 am
Albert van der Sluis
Een inspirerend verhaal waar ik me voor 100% in kan vinden. Het roept wel een vraag bij me op, te weten: hoe gaan we daar komen?
Welke beelden heb je daarbij, edele voornaamgenoot?
LikeLike
september 24, 2014 bij 5:39 pm
Christine Jonker
Dit verhaal lijkt op hoe een iederwijs school werkt.Aan één fysiologisch aspect wordt voorbijgegaan: bewezen is dat het brein van jonge mensen flexibel is en makkelijker leert dan het brein van mensen boven de 25. Basale kennis neem je makkelijker op tot je 25ste levensjaar. Daarom is het handig om van dit gegeven gebruik te maken en veel kennis aan te reiken in plaats van de tijd te besteden aan wat net die dag aan de orde komt. Mijns inziens mis je kennis als je alleen maar “spontane” situaties creëert. Daarnaast wordt voorbijgegaan aan een aantal executieve functies: je leert niet dat je wel eens iets moet doen, leren of lezen waar je even geen zin in hebt op dat moment, maar wat wel moet op dat moment. Kortom: dergelijk onderwijs lijkt me onvoldoende voorbereiden op hoe de maatschappij in elkaar zit.
LikeLike
september 25, 2014 bij 8:31 am
albertaukes
Dank je Christine voor je reactie. Ik onderschrijf volledig dat het brein op die leeftijd flexibeler is en gemakkelijker leert. Dat is precies de reden dat ik pleit voor dagelijkse porties sport en expressie omdat dat de cognitie verbetert, de flexibiliteit en het incasseringsvermogen. Ik ben overigens niet bekend met iederwijs scholen en wil benadrukken dat ook kennis een talent is. Ik pleit voor kennis binnen een zinvolle context die afgestemd is op waar leerlingen mee bezig zijn. Kennis die niet toegepast wordt gooit het brein er weer uit of is zinloze ballast geworden. Deze manier van werken impliceert vooral geen vrijblijvendheid, wel focus en motivatie om samen klussen te klaren. Uiteraard gaat dit niet zonder slag of stoot, maar de bereidwilligheid om de eindstreep te halen wordt in een uitdagende context veel groter. Werken en samenwerken geeft altijd weerbarstigheid, hier liggen juist kansen om leerlingen te leren hier mee om te gaan en weerbaar te worden.
Ik onderschrijf dus dat het voor leerlingen gezond is om ook dingen te doen die minder leuk zijn,het helpt in mijn optiek als ze begrijpen waarvoor dit dan nodig is.
Ik noem in mijn artikel geen spontane situaties, wel leersituaties die aansluiten bij de behoefte van bedrijfsleven, samenleving, school, actualiteit en die van de leerling.
LikeLike
september 25, 2014 bij 11:54 am
Gerrit Onstein
Komt aardig in de buurt van de methodiek waar ik een groot voorstander van ben: ervarend leren. Misschien sluit mijn artikel in de Zorg primair van september dit jaar , daar wel bij aan. Staat ook op mijn web-site: http://www.outrac.nl, buitenactiviteiten en gedragsproblemen.
.
LikeLike